Wijze woorden en mini-Uggs

Auteur: Gepubliceerd op: 
Co-column

Daar ben ik weer, dit keer vol ervaringen van de kinderafdeling. Iedereen vraagt zich natuurlijk al weken af of ik weer een arts heb geprikt of kinderen heb ziek gemaakt. Nee, wees gerust (of teleurgesteld), dat is niet gebeurd. De kinderen hebben mij ziek gemaakt. Snottebellen, hoestbuien, koortsstuipen: je maakt het allemaal mee in het Beatrix Kinderziekenhuis!

Ik begon mijn coschap met geruchten spokend in mijn hoofd over colonnes coassistenten, ronddwalend over de afdeling op zoek naar werk. Toen ik maandagochtend de achttien co’s bij de overdracht zag zitten werd ik bang, maar ik kwam er snel achter dat er genoeg afdelingen waren om over verdeeld te worden. Met goede moed begon ik met twee specialistische weken bij endocrinologie, reumatologie en nefrologie. Je hebt voor deze weken discipline nodig, want er is niemand die je mist als je er niet bent. Braaf als ik ben heb ik alle mogelijke poli’s bijgewoond en de tijd meestal goed gevuld. Soms ook niet, maar na vier koppen choco creame, vijf Facebookchecks en een uur naar een beeldscherm staren kwam ik meestal wel een verpleegkundige tegen, diep in de stress, vragend of iemand een spoedje wilde zien. En dan sprong ik op: pick me, pick me! Doei verveling, hallo verantwoordelijkheid en lekker zelf aan het werk! Mijn geduld loonde dus wel en daardoor ben ik bijna iedere dag met een voldaan gevoel naar huis gegaan. Het valt dus reuze mee zolang je zelf maar achter dingen aangaat. Oké, voordat ik nu te veel wijze woorden ga blaten laat ik jullie een blik werpen op wat leuke momenten van mijn coschap op de poli. 

Op de polikliniek nefrologie kwam een knalblonde eeneiige tweejarige tweeling de spreekkamer binnen. Huilend en krijsend als twee sirenes, alsof hun leven ervan af hing. En ik snap dat zo’n überblije coassistent bij de deuropening dan ook niet helpt. Voordat we zaten had ik al een piep in mijn oren en had ik me in mijn hoofd laten steriliseren. Toch zagen ze er ongelooflijk cute uit in hun mini-Uggs. Ze hadden allebei een plaszakje om urine op te laten vangen. De een trok de plaszak er al meteen af en de weeïge geur van urine drong tot in mijn hersenen door. Dat hield me alert, zullen we maar zeggen. Zijn tweelingbroertje vond dat er erg interessant uitzien, want ja, wat je tweelingbroertje doet, wil jij ook doen. Gelukkig hebben we dat met drie man sterk kunnen vermijden. Eindelijk, het consult kon beginnen. Na een hectisch gesprek (respect voor de arts-assistent) begon de bloeddrukmeting: de sirenes begonnen weer. Broertje numero uno in de houdgreep, met smartphone voor de neus (helpt al-tijd) en pompen maar. Na vijf metingen had broertje numero dos wel door dat hem hetzelfde te wachten stond. Op magische wijze heb ik hem stil weten te krijgen en zijn bloeddruk was nog nooit zo keurig geweest. De ouders blij, de arts blij en ik ook blij. De piep in mijn oren heeft nog drie dagen geduurd. Maar toch heb ik de sterilisatie weer ongedaan laten maken, in mijn hoofd tenminste... 

In het begin van een consult moeten de meeste kinderen even ontdooien door bijvoorbeeld een gekke bek te trekken of een compliment te geven (“Wat ben jij al een grote jongen!”) Maar toen ik op een ochtend meeliep op de poli groeihormoon (kinderen die te klein/groot zijn) en ik dat wilde zeggen, was ik blij dat het vroeg in de ochtend was en mijn hersenen dan altijd een aantal seconden trager werken voordat ze daadwerkelijk de actie ondergaan. Ik heb me net in kunnen houden, maar ik schaamde me dood. 

Na twee weken produceerde mijn neus meer snot dan alle neuzen van de kinderen op de poli bij elkaar en had ik dienstweek. Eindelijk zelf de handen uit de mouwen steken. Toen heb ik pas echt geleerd hoe het is om een consult te voeren met kinderen. Ieder kind heeft buikpijn, hoofdpijn en is misselijk als je er naar vraagt. Bij navraag aan ouders blijkt dat helemaal niet zo te zijn. Zo’n check is dus erg belangrijk en neem lang niet alles serieus, al kunnen kinderen soms ook weer bloedeerlijk zijn. Lastig... 

Je merkt het al: op de kinderafdeling gaat alles anders. De consulten zijn rommelig, lawaaierig en duren vaak langer door een dubbele anamnese. Van te voren weet je niet of het kind mee gaat werken, wat er aan de hand is of hoe het kind en de ouders (!) zich gedragen. Dit maakt het super interessant, want geen consult is hetzelfde. De geruchten zijn wat mij betreft absoluut niet waar, het is maar wat je er zelf van maakt!