Keuzes, keuzes, keuzes.

Auteur: Gepubliceerd op: 
Co-column

Als coassistent moet je heel wat keuzes maken. Het begint al in de ochtend. Douchen of snoozen? Wat voor beleg smeer ik op mijn bammetjes? NOS-journaal of RTL-nieuws? Make-up of au naturel? Allemaal keuzes die de vroege ochtend nog zwaarder maken dan die al is.

Maar het kan nóg lastiger, echt waar. Als je eenmaal in het ziekenhuis bent aangekomen, moet je kiezen tussen thee en koffie tijdens de overdracht. Koffie maakt je wakker, maar smaakt naar gebaggerde modder uit de Groningse grachten. Thee maakt je niet echt wakker, maar houdt je tractus gastro-intestinalis in ieder geval veiliger en schoner. Na de overdracht wordt je de keuze opgelegd om te kiezen tussen poli, OK of zaal. Voor sommigen is deze keuze makkelijk gemaakt, voor anderen (waaronder ik) is dat toch een stuk moeilijker. Alle pro’s en cons moeten duidelijk in kaart worden gebracht. Je wilt natuurlijk wel de juiste beslissing nemen. Na twee dagen OK heb ik persoonlijk vaak weer zin in normaal licht waar je ogen niet van gaan spacen. Maar dan kies ik voor zaal of poli en is er vervolgens niet te doen en is het saai. Dan is het tijd voor weer een nieuwe keuze: ga ik als een zombie naar een beeldscherm staren, net als de arts-assistent, of ga ik naar de cokamer om te chillen met mijn mede-co’s? Zo zie je: het maakt niet uit wat voor keuze je maakt, er volgt toch altijd weer een nieuwe andere keuze om te maken. Gelukkig allemaal keuzes voor op korte termijn, die je de volgende dag alweer vergeten bent.

Er zijn ook keuzes die je moet maken tijdens je coschappen die wat meer effect hebben op de langere termijn. Bijvoorbeeld het opgeven van een startdatum in het eerste jaar. Wil je langer vakantie of wil je meteen beginnen? Vaak is daar wel een gulden middenweg in te vinden en kies je na uren peinzen voor mainstream oktober. Helaas beslist het computerlotingssysteem vervolgens dat je pas in maart kan beginnen en vallen al je plannen in duigen. Een keuze die je dus helaas niet helemaal in de hand hebt. Een keuze die je ook niet in de hand hebt is de indeling van de afdelingen in het eerste jaar: je wordt random ingedeeld. Je hebt er geen invloed op, dus heb je er sneller vrede mee en is er minder teleurstelling. En het fijne is dat je er niet over na hoeft te denken, want dat doen wij, geneeskundestudenten, al zo veel.

In het tweede jaar is het weer anders. Dan krijg je zogenaamd veel keuzevrijheid, maar moet je wel alsnog minstens vijf coschappen verplicht doen en als je pech hebt zelfs meer. Dan heb je dus eigenlijk semikeuzevrijheid, wat ik eigenlijk wel een goede combinatie vind. Hieraan vooraf gaat uiteraard de keuze van stad en ziekenhuis waar je in het tweede jaar heen wilt/gaat. Je moet na  aanleiding van een informatieavond, waar alle ziekenhuizen ongeveer hetzelfde vertellen, een voorkeur opgeven. Je zou denken: dan wordt er rekening met je keuze gehouden. Helaas, ook dit is niet altijd waar. Na weer uren peinzen besluit je dat je bijvoorbeeld het liefst naar Deventer wilt en absoluut niet naar Emmen. Een week later staat dan doodleuk op Nestor toch ‘Emmen’ achter jouw naam. Na zes telefoontjes met de coördinator begin je je te beseffen dat er niets aan te doen is. Je hebt een keuze gemaakt, maar er is vervolgens niets mee gedaan. Al die inspanning voor niets. Achteraf valt het bijna altijd reuze mee en heb je een goede tijd gehad. Zo zie je dus dat het soms ook goed is als de keuze niet helemaal in jouw handen ligt, dat kan namelijk ook voor aangename verrassingen zorgen. Al denk je dat op het moment van de uitslag waarschijnlijk niet... en dat kan ik me ook goed voorstellen. 

Dan zijn we nu alweer aangekomen bij de échte wijze woorden van dit verhaal. Als coassistent moet je veel keuzes maken, zowel voor op de korte als lange termijn. Soms ligt de keuze helemaal aan jezelf, soms wordt een keuze voor jou gemaakt en soms maak je een keuze en wordt er geen rekening mee gehouden. Dit kan allemaal voor veel frustratie zorgen. Maar ook kan het zorgen voor aangename situaties, die je van te voren nooit verwacht had. Iedere keuze heeft dus zo zijn voor- en nadelen en het komt altijd weer goed. Slijm, slijm, kwijl.