Slaaptekort

Auteur: Gepubliceerd op: 
Co-column

“Coassistent, wil jij ook nog wat vragen?”, hoor ik ergens in de verte op een vroege maandag. “Cohoo?!”, wordt er nogmaals gezegd door een stem die ik ergens vaag van herken. En poef, ineens ben ik er weer. “Nee het is me allemaal wel duidelijk,” mompel ik snel. Shit, hoe lang had ik mijn ogen dicht? Had ik mijn ogen eigenlijk wel dicht? Ik was in ieder geval even goed weg. Hoe lang was ik weg? Heb ik gedroomd? Iedereen kent het wel: het in ‘slaap’ vallen tijdens een coschap. Maar hoe gaan we daar mee om en nog belangrijker: hoe is zo’n awkward situatie te voorkomen?

Er zijn verschillende vormen van in slaap vallen tijdens je coschap. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat je jezelf nog wel bij elkaar houdt, maar dat je ergens naar gaat staren en een consult niet volledig meer meekrijgt. Vaak moet je dan ook iedere seconde drie keer met je ogen knipperen om te voorkomen dat je ogen dicht gaan vallen. Persoonlijk vind ik dit een van de vervelendste stadia. Je raakt steeds bijna de controle over jezelf kwijt en moet heel erg je best doen om jezelf bij elkaar te houden. Vervolgens bereik je het stadium dat je je ogen daadwerkelijk niet meer open kan houden en het af en toe zwart voor je ogen wordt. Ik merk zelf dat ik er in zo’n geval vaak nog wel redelijk ‘bij blijf’.

De volgende stap is zoals in de eerdergenoemde situatie: daadwerkelijk even een paar seconden wegvallen en geen idee hebben wat er gebeurd is. Al best wel beschamend op zich, vooral als iemand het merkt. Dan is er uiteraard ook nog het extreme: daadwerkelijk omvallen van slaap en wakker worden in een bed of op de grond met vijf mensen en een kilo schaamte om je heen. Dit heb ik gelukkig nog nooit meegemaakt. Ik val dan altijd gewoon flauw met mijn hoofd tegen een tafel. Ik ben wel benieuwd wat jullie doen op zulke momenten. Als ik nog in de ogenknipperfase zit, ga ik daar rustig mee door totdat iemand me aankijkt en mijn rare gedrag opmerkt. Meestal doe ik dan of er iets in  mijn oog zit of ga ik met extra grote ogen kijken om ze beter open te kunnen houden. Echter houd ik dat meestal niet zo lang vol en val ik weer terug in het geknipper. Soms helpt het om in het rond te gaan kijken, maar dat ziet er ook zo ongeïnteresseerd uit tijdens een consult.

Als ik de mogelijkheid heb, ga ik altijd meteen naar de wc. Even een moment om wat water in het gezicht te plenzen en om uit die muffe kamer te zijn. Soms wil ik dan héél even mijn ogen dicht doen. Doe. Dat. Niet. Als je eenmaal voelt hoe chill het is om je ogen even helemaal dicht te hebben, wil je ze ook niet meer opendoen. Geen aanrader dus. Als je eenmaal terug bent van de wc en je gaat het muffe hol weer in, is de kans aanwezig dat de moeheid weer toeslaat. Ik ben er nog niet echt achter wat ik dan moet doen, behalve de rit uitzitten en me proberen te focussen op alles wat los en vast zit.

Misschien waren dat wat aardige dingen om de momenten iets draaglijker te maken, maar hoe zijn deze verschrikkelijke momenten te voorkomen? Ik stel de moeheidsaanvallen vaak uit door wat frisse lucht via een open raam of iets dergelijks te krijgen, maar dat kan helaas niet altijd. Een raam op OK openzetten wordt erg lastig zonder ramen en ik heb zo’n vermoeden dat ze er ook niet blij van worden als ik de deur open laat staan. Er is ook nog een erg voor de hand liggende oplossing: een bakkie preventieve pleur (of meerdere uiteraard). Maar dat vind ik vooral in de ochtend echt heel smerig, doordat ik dan nog een heerlijk Sensodyne-smaakje in mijn mond heb. Hetzelfde heb ik dat met thee. Wat ik dan vaak doe is ijskoud water of ijskoude ranja drinken. Door die brainfreeze blijf ik wat helderder en is er direct weer een suikerboost. Ook helpt dit mij vaak als de moeheid al aan het overheersen is.

Verder moet je nagaan waarom je eigenlijk zo moe bent. Te laat naar bed, te veel alcohol, te vroege overdracht, et cetera. Maar dat heeft iedereen, dus dat telt niet echt. Ook al houd ik overal rekening mee door soms keurig op tijd in bed te liggen, een vrij late ochtendoverdracht te hebben én zelfs koffie te drinken: toch slaat de moeheid vaak alsnog toe. Ik ben er tot op heden nog niet achter wat het precies is. Misschien de inhoud van de gesprekken? De monotone stem van de arts of patiënt? Ik weet het niet. Maar daar ga ik verder ook niet over nadenken. Daar word ik namelijk zo moe van. Welterusten!