Van M1 naar M2: Flirten met een andere stad

Auteur: Gepubliceerd op: 
Co-column

Coschappen in M2 zijn anders dan in M1. Dit heeft onder andere te maken met het feit dat je Groningen zal moeten verlaten voor coschappen in een ander ziekenhuis. En dat betekent een andere stad. Voor ondergetekende is dat Deventer.

Als je net met M1 bent begonnen dan kan het allemaal nog wat overweldigend zijn. Maar geloof het of niet, er komt een moment dat je M1-veteraan bent geworden. Volgens mij bereik je dat punt als je de spreekuurtoets hebt gehad, de toets die elke M1-co op brute wijze van zijn of haar M1-maagdelijkheid berooft. Daarna zul je inzien dat het helemaal niet zoveel voorstelde en dat het de stress niet waard was. De druk valt weg en dat merk je aan je medestudenten. Bij sommigen verdwijnt de motivatie, anderen worden juist gemotiveerd door het wegvallen van deze stressfactor. Je doorloopt je laatste coschap en binnen enkele weken ben je M1-af. Op naar M2.

En dan begint het pas. Hier wordt het kaf van het koren gescheiden. Van vier naar tien coschappen per jaar. Geen KTC-vakanties meer. Louter coschappen beuken. Maar niet in het oude, vertrouwde Groningen. Waar een klein aantal co’s in het mooie Groningen kan blijven wonen, zal de meerderheid de parel van het Noorden moeten verruilen voor een (meestal) onbekende stad. In mijn geval is dit Deventer. Een stad waar ik niet meer van wist dan dat het een Hanzestad is, ze er Deventer koeken verkopen en men eenmaal per jaar een verkleedfeest houdt, met als thema de boeken van Charles Dickens.

Als je naar een M2 ziekenhuis elders in het land gedeporteerd wordt, moet er natuurlijk een nieuwe kamer gevonden worden en een volksverhuizing plaatsvinden. Zo gezegd zo gedaan en daar zit je dan. In een onbekende stad, in een onbekend ziekenhuis met slechts een paar bekende gezichten uit M1 om je heen.

Wegwijs worden in een onbekende stad is de volgende uitdaging: de route naar het ziekenhuis belooft een kleine Tour de Deventer te worden. Zoekend naar herkenningspunten en te eigenwijs om de weg te vragen, fiets ik door het doolhof van straatjes en steegjes dat het centrum van Deventer vormt. Voor ik hopeloos verdwaal grijp ik naar mijn telefoon. Google Maps is mijn Ariadne en redt mij van een uren durende dwaaltocht. Eenmaal ontsnapt uit de warboel van wegen in het centrum vervolg ik mijn tocht naar het Deventer Ziekenhuis, waar ik binnen enkele minuten arriveer. De terugweg gaat bijna vanzelf en terwijl ik door het centrum fiets merk ik dat verdwalen in Deventer helemaal niet zo erg is. De oude huisjes en smalle steegjes geven de stad een eigen Oudhollandse sfeer waar ik nog niet bekend mee was. Een kleine tien minuten later heb ik mijn nieuwe kamer bereikt, dump ik mijn spullen en besluit ik het centrum verder te gaan ontdekken. Ik heb mezelf altijd voorgenomen dat ik nooit uit het Noorden zou vertrekken. Misschien maak ik voor Deventer dan toch een uitzondering...