Wat we allemaal wel weten

Maar waar we het nooit over hebben

Auteur: Gepubliceerd op: 
artikel

Althans, dat is mijn ervaring. Terugkijkend op een studententijd van 8,5 jaar (2 jaar filosofie plus 6,5 jaar geneeskunde) viel me iets op. Iets dat velen bezighoudt, waarvan echte lessen worden geleerd en waarover ontzettend veel wordt geschreven, zonder dat het écht wordt besproken.

Taboe
Waar ik het over heb? Stress, drukte, overspannenheid, burn-out of overbelasting; het maakt me niet zoveel uit hoe je het noemt. Studeren -zelfs geneeskunde- blijkt meer te zijn dan alleen feiten stampen, omgaan met stress is er een belangrijk onderdeel van. Iets wat ik opvallend genoeg niet terugzie in de zeven competenties die men ons door de strot duwt. Bij deze wil ik mijn ervaringen delen op dit gebied om het taboe hierop doorbreken en anderen uit te dagen hun eigen verhaal te delen.

Wat er met je hoofd gebeurt als je het lichaam vergeet (De Correspondent)

Want waarom lees je er vaak over, maar hoor je er in je directe omgeving weinig van? Omdat het simpelweg naar is om over te praten. Toegeven dat je het op een bepaald moment allemaal niet meer trekt klinkt zwak en niemand wil zwak overkomen. Sowieso moet je niet zo zeuren, toch? Je hebt er toch zelf controle over? Daarbij lijkt het net alsof er overal chronisch blije mensen zijn die ogenschijnlijk alles lachend tegelijk doen, blijkbaar moet je dat gewoon aankunnen.

Mijn ervaring
Zelf moest ik op een gegeven moment mijn bachelorscriptie voor filosofie schrijven en tegelijkertijd elke drie weken weer zo’n klotetoets voor geneeskunde maken (jaar 2-3). Wie ooit een coherent verhaal van dik 10.000 woorden op papier heeft willen zetten, begrijpt dat dergelijke constante onderbrekingen de zaak niet bevorderen. Daarnaast was ik lid van twee tot drie commissies en werkte ik soms in Italië als surfinstructeur. Had ik al verteld dat een beetje onderzoek er natuurlijk ook gewoon bij hoorde?

Dit zo opsommen klinkt bijna als opscheppen en dat is precies onderdeel van het probleem. Vaak zie je mensen al hun bezigheden en drukte etaleren, het lijkt iets om trots op te zijn of zelfs om normaal te vinden. Mijn punt is echter: op een gegeven moment hield dit op, ik brak.

In mijn hoofd was ik met zoveel dingen bezig dat ik lichamelijk tot niets meer kwam. Hele dagen lag ik op bed. Mijn dag- en nachtritme draaide zich om. Doelloos series kijkend kwam ik niet eens meer tot sporten. Anderen hadden niet zoveel door, ik bleef bijvoorbeeld nog wel naar feestjes gaan, dat leidde lekker af, zeker de alcohol. Mijn huisgenoot dacht oprecht dat ik gewoon lui was en samen maakten we daar grappen over. Dit vergrootte dan weer mijn schuldgevoel over het werk dat bleef liggen.

Lang verhaal kort: het is allemaal wel weer goed gekomen. Mijn “geluk” was dat ik brak voordat ik mezelf volledig te gronde had gericht en ermee kon gaan dealen. Ik heb genoeg voorbeelden van anderen gezien om te weten dat het veel erger kan. Een goede vriend vertelde me dat op zijn dieptepunt het moeten posten van een brief al te veel was op een dag.

Onder artsen
In de medische praktijk zie ik veel problemen rondom omgaan met stress. Er zijn zoveel artsen die op het randje van hun kunnen werken. Ik heb binnen verscheidene maatschappen artsen als dominostenen om zien vallen. Want zodra er eentje begint, zwichten ook de anderen vanwege de toegenomen werkdruk. De vader van een van mijn beste vrienden, een medisch specialist, zit nu bijvoorbeeld volledig opgebrand thuis.

Weet je wat die vriend zei? ‘Best heftig om mijn pa zo mee te maken, maar heel eerlijk gezegd is ook fijn om te weten dat er ook bij hem een grens aan zijn kunnen zit.’ Dat gaf mijn vriend dan weer meer rust. Zo erg is het dus eigenlijk!

Inzichten
Nu wil ik niet met allerlei cijfers en duidingen komen, daar is al zat over geschreven. Wel wil ik een interessante gedachte van onze eigen topdocent Menno de Bree met jullie delen. In zijn Tedx Talk (Tedx Groningen) over de relatie tussen geluk en werk, stelt hij dat we steeds meer externe structuur kwijtraken en dat de focus ligt op het móeten ontwikkelen van onszelf. Dit leidt onherroepelijk tot wat hij prachtig ethics of self-exploitation noemt; we zijn onze eigen slavendrijver geworden.

De relatie tussen geluk en werk (Tedx Talk, Menno de Bree)

Daarbij komt nog hét grote luxeprobleem van onze generatie: keuzestress. Wij zijn zo geweldig vrij om onze eigen keuzes te maken, dat we eigenlijk helemaal niet meer weten waar we moeten beginnen. Wat als je verkeerd kiest? Je hebt alleen jezelf nog iets te verwijten.

Help!
Wat te doen? Ik ga hier geen panklare oplossingen voorschotelen. Daar bestaan al genoeg crappy zelfhulpboeken voor. Wel pleit ik, en ik hoop met dit stuk het goede voorbeeld te geven, voor meer openheid. Het moet normaler worden om te zeggen dat je het even niet trekt. Mensen die dat doen -vooral onszelf- moeten we niet zien als zwak, maar misschien zelfs als sterk. Onderschat niet hoe hard dergelijke openheid onderdrukt wordt in de huidige (medische) cultuur.

Persoonlijk denk ik dat iedereen een breekpunt heeft die sterk afhankelijk is van omstandigheden, het beruchte “belasting versus belastbaarheid”. Winterdips en clusterhoofdpijn bevorderden mijn belastbaarheid bijvoorbeeld niet.

                                                                                                 

Moeten we dan stoppen met onszelf proberen te ontwikkelen? Natuurlijk niet. Het is helemaal niet erg om een keer op je bek te gaan en je grenzen te leren kennen. Misschien is het zelfs raadzaam. Mits je de ruimte ervoor neemt en krijgt, je ervan leert en je geen onherroepelijke schade oploopt. Daarom is juist openheid van zaken zo’n groot goed.

Eén van de meer praktische lessen die ik zelf heb geleerd is dat het fout gaat wanneer ik geen energie meer heb om te sporten, een handige graadmeter die overigens voor iedereen weer anders is. Een bekende valkuil is overigens om allerlei trucjes toe te passen om te ontspannen (belastbaarheid te vergroten) zonder iets aan de werkdruk (belasting) zelf te doen.

Aandacht voor je lichaam? Zo moet het níet (De Correspondent)

Ik twijfel hoe ik af moet sluiten, want graag zou ik eindigen met wijze raad. Wanneer ik begin met typen voel ik me echter direct zo’n arrogante net-afgestudeerde, die de jonkies wel even vertelt hoe het zit en hoe het moet. Daarom het volgende advies: laat me je vooral niet vertellen wat je moet doen, maar wees er wel open over! Doe je ding, ga op je bek (of niet) en leer naast alle feitjes ook te leven tijdens je studententijd. Omgaan met stress op jouw manier is wat mij betreft een van de belangrijkste competenties die er te leren valt. Het taboe op het openlijk delen van ervaringen hiermee moet eraf!