Boek op recept III

Auteur: Gepubliceerd op: 
Recensies

Robbins, Guyton, Kumar & Clark, De Jongh… Dat jij eigenlijk al veel te veel pagina’s hebt om doorheen te komen, snappen wij ook wel. Naast deze ietwat fantasieloze naslagwerken is een beetje medische fictie op zijn tijd een welkome afwisseling. Daarom heeft de PanEssay voor jou een selectie gemaakt van boeken waar je met wat interpretatievermogen zelfs nog enkele wijze lessen uit kunt halen voor je toekomstige carrière.

De verdovers – Anna Enquist
Vakgebied: psychiatrie, anesthesiologie
“Over de ongrijpbaarheid van onze driften en verlangens” is nou niet echt een flaptekst die de gemiddelde nuchtere geneeskundestudent zal aanspreken – en toch staat dit boek redelijk bovenaan op mijn favorietenlijst van medische fictie. Toegegeven, dit komt misschien een klein beetje doordat er een Suzan én een Schuurman in voorkomen. Het boek gaat over een psychotherapeut (Drik) en zijn zus, een anesthesioloog (Suzan) en de totaal verschillende manieren waarmee zij met trauma’s en relatieproblemen omgaan. Als een patiënt van Drik op de anesthesiologie-afdeling van Suzan komt werken, worden de sociale situaties en relaties al heel snel heel erg moeilijk. De schrijfstijl is vrij recht door zee, bevat veel korte zinnen en leest prettig. Dat het boek geschreven is door een psychoanalytica is duidelijk; de karakters, hun denkpatronen en hun reacties op elkaar zijn niet alleen heel interessant, maar ook erg geloofwaardig.

The House of God – Samuel Shem
Vakgebied: interne
The House of God werd al een keer behandeld in de PanEssay (maart 2015), met de conclusie dat dit eigenlijk toch wel een boek is dat alle geneeskundestudenten gelezen moeten hebben. Zelf heb ik er een soort haat-liefdeverhouding mee. Het satirische verhaal gaat over een Amerikaanse arts in opleiding die terecht komt op een afdeling waar veel demente ouderen (de ‘gomers’; Get Out of My Emergency Room) langzaam wegkwijnen. De hoofdpersoon leert met deze patiënten en de andere dieptrieste facetten van het ziekenhuisleven om te gaan door niet zo veel aan behandeling en vooral veel aan seks te doen. The House of God is duister, cynisch, hard – allemaal dingen die ik niet ben en die ook niet bij mijn kijk op de geneeskunde passen. Maar mocht je nou al een keer over een vervelende medestudent gedacht hebben “I had a vision of (…) shaking her until her brain splattered against her shell of skull and she convulsed, kneeing her in the guts until I’d wrecked her ovaries from ever spitting out another egg”, dan is dit boek waarschijnlijk wel wat voor jou.

Onder het mes – Arnold van de Laar
Vakgebied: divers
Dit boek, geschreven door een chirurg werkzaam in het Slotevaartziekenhuis te Amsterdam, combineert geneeskunde en geschiedenis en doet dat op een prachtige manier. Verschillende chirurgische casussen worden besproken, van de cellofaanbehandeling van Einsteins aneurysma tot een Amsterdamse smid die in 1651 zijn eigen blaassteen wegsneed. Ook worden de vreetbuien (en de daarop volgende medische problemen) van verscheidene pausen uitgebreid behandeld, en wordt beschreven hoe chirurgen met elektricienhandschoenen een sidderaal in Artis opereerden. Medische termen en procedures worden altijd toegelicht – wat het boek ook zeer geschikt maakt voor geïnteresseerde niet-medici – maar op een manier dat het voor geneeskundestudenten of artsen niet storend is. De schrijfstijl beviel me erg, evenals de afwisseling van humor met serieuze feiten. Een absolute aanrader voor iedereen met een interesse in geneeskunde, chirurgie, geschiedenis of de tumor in Bob Marley zijn grote teen.