CMB-taferelen

7 dingen die je zeker herkent als je (te) vaak in de Medische Bibliotheek zit.

Auteur: Gepubliceerd op: 

De Centrale Medische Bibliotheek (CMB) is een haast onvermijdelijke plek tijdens je studie geneeskunde. En omdat alle studentenkranten van Groningen ieder jaar opnieuw stukken wijden aan aan de gang van zaken in de UB, wordt het eens tijd onze eigen CMB in het zonnetje te zetten: 7 dingen die je zeker herkent als je (te) vaak in de Medische Bibliotheek zit.

Gebrek aan #swek
We kunnen het stug blijven ontkennen, maar weten allemaal dat het waar is: in de UB is alleen plek voor mooie mensen met #swek. Je weet wel, hertjes in fluwelen broeken met wijde pijpen, die flirten met gretige mannen terwijl ze zwoel nippen van hun Starbucks filterkoffie. Dus op dagen dat jij het liefst in je pyjama de deur uitgaat en weigert jezelf enigszins te fatsoeneren, beland je samen met alle andere lelijke mensen in de seksloze CMB (tip als je torenhoge studentenlibido je van het studeren afhoudt).

De CMB-allochtoon
Vooral tijdens tentamenperiodes een veelvoorkomende bron van irritatie: de CMB-allochtoon. De sociale pedagogiek- en planologiestudenten hebben ontdekt dat je niet midden in de nacht voor de UB hoeft te wachten voor een plek, omdat er in de CMB altijd nog wel wat vrij is. Jij pikt dit natuurlijk niet. Met veel geweld en lawaai smijt je Guyton op tafel, sla je zo passief-agressief mogelijk alle duizendmiljoen bladzijden om en zucht je daarbij heel vaak en hard. Even laten zien wie hier écht een bibliotheek nodig hebben: de slimme mensen. En nou opgehoepeld naar je eigen bieb, alfamiep.

Lunchpauze
Rond een uurtje of 11 besluit je dat het tijd is voor de eerste lunchpauze. Je eigen brood smeren is iets wat alleen burgers doen, dus jij koopt voor honderd euro twee kleffe ham-kaas croissant in de AH To Go. In de lift richting de vierde verdieping kruimel je de naast je geparkeerde oma in rolstoel helemaal onder. Luidkeels klagend over hoe zwaar studeren wel niet is, wandel je terug naar de CMB,  langs Sam (7) met een hersentumor en Anna (6) met leukemie. Je hebt het ook niet makkelijk.

De échte geneeskundestudent
In je eerste jaar schreef je nog braaf al je samenvattingen zelf en ging je naar colleges en zo. Maar de laatste tijd vragen alle sociale verplichten toch wel erg veel van je. SlimStuderen en Capita zijn dus jouw heilige graal geworden. Je werkt zo snel mogelijk alle boekjes door, terwijl je probeert alles in één keer te onthouden en hoopt dat wat je leest daadwerkelijk klopt. Net als je denkt week 1 af te hebben en lekker op schema te lopen, ploft de échte geneeskundestudent naast je neer. Uit haar tas (geef toe, het is meestal een zij) komen vijf volle kladblokken met handgeschreven samenvattingen en uitgewerkte tutoropgaven tot en met week 8. De paniek slaat toe. Met een schuin oog over het schotje tussen jullie tafels probeer je nog wat van haar over te schrijven. Maar als jullie blikken elkaar kruisen en ze afkeurend naar je roze boekjes kijkt, weet je precies hoe laat het is: je bent officieel gedegradeerd tot slechte student, het schuldgevoel gaat door merg en been.

Rookpauze
Jij weet als geen ander dat sigaretten nou niet bepaald vitaminebommetjes zijn, maar hé, als je na al die liters alcohol nog leeft, kan die ene sigaret er ook nog wel bij. Bovendien ben je bijna arts, die worden zelf echt niet ziek. Reden genoeg dus om er maar weer eentje op te steken. Eenmaal buiten blijk jij niet de enige die er zo over denkt. Je sluit achteraan in de rij met witte jassen en exacerberende COPD’ers met zuurstoftank in hun rollator, om gezellig onder het te kleine afdakje je kostbare levensjaren weg te paffen. 

  

De witte-jassen-co
Terwijl jij rustig achter je computer je tutoropgaven aan het voorbereiden bent, stormt er met veel kabaal zo’n wit gevaarte binnen. Hij ploft naast je neer en begint in het wilde weg diagnoses te googlen terwijl hij om zich heen kijkt met de typische “ik-ben-hier-de-co-assistent-en-jullie-allemaal-nog-studenten-hahaha”-blik. Je bewondert zijn nét-niet chirurgenschoenen en ziet meteen dat het zijn eerste coschap-week is. Als ook nog eens zijn telefoon gaat, is je grens bereikt. Met nog meer bombarie dan waarmee hij gekomen was, loopt hij weg en neemt halverwege de ruimte zijn telefoon vast op. Je twijfelt of je hem iets aan zal doen, maar ziet dan iets aan zijn jas hangen dat jou waarschijnlijk nog van pas gaat komen: de UMCG-pas. Nog even te vriend houden dus.

Ik kom hier voor m’n rust!
Je denkt jezelf in het holst van de nacht (8 uur ‘s ochtends) uit je bed te hebben gesleept om voor je rust, van alle gemakken voorzien, in de CMB te studeren, maar helaas. Jouw oordoppen blijken niet bestand tegen de oorverdovende pauze-geluiden vanuit de recovery en overvliegende traumaheli. Als er ook nog eens geen stopcontacten blijken te zijn en alle boeken zijn uitgeleend, geef je het op. Jezelf opsluiten in zo’n hokje gaat wel erg ver en bovendien heb je niet drie maanden van tevoren gereserveerd, dus dat kun je wel vergeten. Dan maar een beetje naar buiten staren en aapjes kijken op de patiënten-balkonnetjes tegenover je.