VGT-hulp: neurologie

Auteur: Gepubliceerd op: 
VGT-hulp

Als er iets is waar ik mijn hoofd altijd over gebroken heb tijdens de neurologiecolleges in de bachelor, dan was het wel die verrekte indeling van dat zenuwstelsel. Al die termen, die dan ook nog eens afgekort werden tot meestal drieletterige aanduidingen, waarvan je dan ook nog eens moest begrijpen welk neuron bij welke drieletteraanduiding hoorde en waar ie dan uiteindelijk lag in je lichaam. Je leest het al, het was grote chaos in mijn hoofd. Ik dacht: dit kan beter, er moet een overzicht komen. En met behulp van Kuks, zowel het boek als de professor zelf, ben ik een heel eind gekomen.

Over het algemeen heb je dus je hersenen en ruggenmerg, en een heleboel zenuwen in je lichaam. Je hersens en je ruggenmerg zijn samen het centrale zenuwstelsel (CZS) en alle zenuwen daarbuiten zijn het perifere zenuwstelsel (PZS). Het perifere zenuwstelsel kan onderverdeeld worden in het somatische zenuwstelsel (SZS) en het autonome zenuwstelsel (AZS). Het somatische zenuwstelsel bestaat uit de exteroceptieve prikkels die je actief waarneemt en waar je dan bewust op reageert. Oftewel je hoort een vlieg en je slaat ‘m dood. Het autonome zenuwstelsel bestaat uit de interoceptieve prikkels vanuit je organen waarop je lichaam reageert zonder dat je je daar bewust van bent. Regulatie van je ademhaling bijvoorbeeld. Tot zo ver koek en ei, nu begint het echte werk.

Het somatische zenuwstelsel bestaat uit craniale zenuwen en spinale zenuwen. De grijze stof van het ruggenmerg heeft twee voorhoorns en twee achterhoorns. In de voorhoorns liggen motorneuronen en in de achterhoorns sensibele neuronen. Sensibele informatie komt binnen via dorsale ganglia. Vanuit deze zenuwknopen gaat de informatie naar de hersenen via de achterwortel en de achterhoorn van het ruggenmerg. Vervolgens gaat er vanuit het eerste motorneuron in de hersenschors een signaal naar het tweede motorneuron in de voorhoorn van het ruggenmerg. Vanuit deze neuronen worden de skeletspieren aangestuurd.

Het autonome zenuwstelsel
Je raadt het al: het autonome zenuwstelsel kan ook weer onderverdeeld worden in aparte delen; feest! Je hebt het sympathische zenuwstelsel, het parasympatische zenuwstelsel, en het enterische zenuwstelsel. Het sympathische zenuwstelsel stuurt de processen aan die te maken hebben met fight, fright en flight. Het parasympatische zenuwstelsel is de tegenhanger van het sympathische deel en gaat over rest, relaxation en digest. Het enterische zenuwstelsel is wat specialer, het is een soort eigen zenuwstelsel van de spijsvertering. Normaal gesproken is het verbonden met het CZS via de nervus vagus, maar het is door bepaalde eigenschappen ook in staat om compleet zelfstandig te functioneren.

Het eerste neuron van het sympathisch zenuwstelsel ligt in de hersenen. Het tweede neuron, of het preganglionische neuron, ligt in de zijhoorn van het ruggenmerg op niveau T12-L2. De axonen van deze neuronen gaan vervolgens via de voorwortel van het ruggenmerg, via de witte ramus communicans naar het derde neuron. Dit neuron ligt in het paravertebrale ganglion, dat naast het ruggenmerg ligt. Samen vormen deze paravertebrale ganglia zogeheten grensstrengen. De axon van het derde neuron gaat vervolgens naar het effectororgaan in de thorax of naar de huid. Dit gebeurt via de grijze ramus communicans en dan via de achterste of voorste gemixte spinale ramus. In een aantal grote abdominale arteriën ligt nog een soort sympathisch ganglion, namelijk de prevertebrale ganglion. Vanuit deze ganglia worden abdominale organen geïnnerveerd. De axonen van de tweede neuronen voor deze organen lopen door de paravertebrale ganglia heen door naar nervi splanchnici, hun derde neuron ligt in de prevertebrale ganglia.

Het parasympatische zenuwstelsel begint uiteraard ook in de hersenen. De preganglionische of tweede neuronen liggen in de hersenstam of in de zijhoorn van het ruggenmerg op sacraal niveau. De axonen van deze neurons zijn erg lang en gaan naar parasympathische ganglia die in of op het effectororgaan liggen. Vanuit deze ganglia worden de organen geïnnerveerd door het derde neuron. De craniale ‘outflow’ van het parasympatische zenuwstelsel loopt via CN III, VII en IX en CN X oftewel de nervus vagus. De sacrale ‘outflow’ loopt via de voorwortel van het ruggenmerg, via de voorste gemixte spinale ramus naar de nervi splanchnici pelvici op niveau S2-4.