Het gelijk van Tyresias

Auteur: Gepubliceerd op: 
Liefde voor het vak

Mijn onderzoekspassie is seks. Nieuwsgierigheid naar seks is echter van alle tijden. Neem deze Griekse mythe:

Zeus en Hera hadden bovenop de Olympus onenigheid over wie er meer genieten van seks, mannen of vrouwen. Volgens Zeus genoten vrouwen er meer van, volgens Hera mannen. Om een beslissing te forceren ontboden ze een sterveling (een zekere Tyresias), en gaven hem de opdracht om zeven jaar als een vrouw te leven. Toen Tyresias terugkeerde was zijn oordeel helder: “Van tien delen seksueel genot, geniet de man er slechts één”. Hera zou zo woedend zijn geweest dat Tyresias het geheim van het vrouwelijk seksueel genot had onthuld dat ze hem voor straf blind maakte.

Hera’s goddelijke straf was tevergeefs. Vrouwen zijn vanwege hun seksualiteit met grote regelmaat het mikpunt van beperking, ontmoediging en zelfs vervolging. De aanleiding daarvoor is klok-en-klepelkennis over hoe seks zou moeten werken, meestal vanwege één of andere levensovertuiging. Want of men nu heilig gelooft in de zonde van Adam en Eva, of in het doorgeven van de eigen genen, de logica ten aanzien van de vrouwelijke seksualiteit komt doorgaans op het volgende neer:

Seks is om voort te planten, dus geslachtsgemeenschap (man+vrouw) is de enige juiste seks, dus genot anders dan tijdens de gemeenschap is onnatuurlijk en/of zondig.

Deze vlieger gaat in de praktijk natuurlijk lang niet altijd op. Neem het vrouwelijk orgasme: minder dan 1/3 van de vrouwen krijgt dat tijdens een geslachtsgemeenschap (zonder extra handelingen) voor elkaar. Andersom beleeft meer dan 90% van de vrouwen soepel een orgasme via de clitoris, maar dat orgaan is voor voortplanting niet nodig.

Dat er jaarlijks bij miljoenen meisjes seksueel responsief genitaal weefsel wordt weggesneden is een triest gevolg van deze paradox. Minder bekend is dat sommige academici het medisch wetenschappelijke argument misbruiken voor een ‘virtuele vrouwenbesnijdenis’. Freud meende bijvoorbeeld dat een gezonde seksuele ontwikkeling gepaard gaat met een overgang van clitorisorgasmes tijdens de puberteit naar vaginale orgasmes (samenvallend met de zaadlozing) tijdens de volwassenheid. Het niet voor elkaar krijgen van deze transitie was in de Freudiaanse visie een voedingsbodem voor psychiatrische aandoeningen. Sommige evolutionisten denken iets dergelijks: het enige seksuele gedrag dat tot voortplanting kan leiden zou gezondheidsvoordelen (‘fitheid’) met zich mee moeten brengen. Dus, vrouwen die van geslachtsgemeenschap niet regelmatig een orgasme krijgen, die orale of anale seks hebben, die de eigen clitoris stimuleren, of die mannen dringend verzoeken een condoom te gebruiken (!), worden door de evolutie afgestraft met (o.a.) relationele problemen, onaantrekkelijkheid, depressiviteit, een lager IQ, neuroticisme en obesitas.

Het vaginale orgasme als keihard evolutionair selectiemechanisme? Het clitoraal orgasme als ziektekiem? Zeer onwaarschijnlijk: deze academici lijden aan vooringenomenheid en doen alsof correlatie hetzelfde is als causaliteit. Slecht onderzoek dus. Daarbij klopt de logica niet. De relatie tussen genot en voortplanting is helemaal niet duidelijk of direct, en gebeurt vooral via invloed van seksueel genot op de seksuele voorkeur en partnerkeuze. Het is daarvoor juist bevorderlijk om meerdere gradaties van genot te kunnen beleven (zoals vrouwen dat wellicht beter kunnen dan mannen), en dan maakt het echt niet uit hoe dat genot precies tot stand komt.

Tyresias’ gelijk wordt dankzij betrouwbare wetenschappelijke gegevens gelukkig steeds duidelijker. Deze kennis leidt er hopelijk toe dat de vrouwelijke seksualiteit wordt geaccepteerd zoals ze is.

Janniko Georgiadis