Interview covidvrijwilliger

Auteur: Gepubliceerd op: 
Reportage

Het ene moment zit je rustig niets te doen in 3219.0061, het andere moment kom je de faculteit niet meer in. Ten minste, als student. Sascha van den Bosch, derdejaars student, werkt op de coronascreeningspolikliniek, gehuisd op de faculteit. De PanEssay ging met haar in gesprek over haar werkzaamheden, drijfveren en ervaringen.

Wat voor werk doe je precies?

Ik had me aangemeld bij Covidvrijwilliger, een initiatief opgezet door geneeskundestudenten. Ik werd toen gematcht bij de coronascreeningspoli. Dit is waar we altijd les hebben, aan de Antonius Deusinglaan 1. Wat ik daar doe is mensen testen of ze corona hebben, met een neus- en keelswab. Er zijn verschillende rollen die je kan hebben. Je kan, naast tester, ook omloper zijn. Dan breng je de mensen van kamer naar kamer. Zo ben je dus de hele dag aan het lopen. De vorige keer dat ik dat washad, had ik 11 km gelopen volgens mijn stappenteller! Dan ben je ook wel goed bezig. Verder kan je ook achter de balie zitten, maar daar heb je speciale functies voor nodig. 

 

In de kamer zelf zijn er twee mensen. Er is een persoon die verantwoordelijk is voor het leveren van de monsters, die stopt de monsters in de bak die wordt meegenomen naar het lab. Dan zit je eigenlijk de hele tijd. De andere persoon is echt aan het testen. Die moet er echt voor zorgen om steeds schone handschoenen aan te doen en niet de ‘schone’ tafel aan te raken. De ‘vieze’ tafel wordt steeds goed schoongemaakt voor de volgende patiënt. Er is ook een specifieke stoel waar de patiënt op mag zitten, de coronastoel. Die wordt ook steeds schoongemaakt na iedere patiënt. Zelf hebben we een blauw jasje, een masker en een bril op. Je haar en schoenen zijn niet per se beschermd, dus ik zorg dat ik me na iedere dienst vlakbijhaast bij de deur uitkleed en direct de douche in ga, zodat ik niet iets mee neem de kamer in. Dat kan altijd gebeuren, maar ik probeer die kans zo klein mogelijk te houden. 

 

Als de patiënt is gaan zitten vraag ik eerst of ze het al een keer eerder hebben gehad. Het komt namelijk met regelmaat voor dat mensen voor een tweede keer bij ons komen. Dat zijn bijvoorbeeld mensen in vitale beroepen. Mensen van de IC, die zeggen ‘doe maar gewoon.’ Als ze niet weet wat er gaat gebeuren, vertel ik dat ik in beide neusgaten kom en langs de keel. Over die volgorde is altijd wel wat discussie, maar dat blijkt de meest betrouwbare methode te zijn. Dan vinden de meeste mensen dat wel prima, maar niet iedereen vindt dat fris. Vervolgens gaan we dus beginnen met de swab. Heel vaak gaan mensen erg tranen, en dat is vervelend voor hen, maar je weet zelf wel dat je goed zitzat. Als dat is gebeurd, stop je de swab in het buisje en vertel je dat ze over zo’n twee dagen de uitslag krijgen. Per patiënt ben je maar zo’n vijf minuutjes bezig. Het ligt er heel erg aan of de patiënt er goed tegen kan. Sommige mensen vinden het gewoon heel erg vervelend om iets in hun neus te krijgen. Die schieten direct naar achter als jij de swab richting de neus brengt. Bij de keelswab zijn er mensen die hun tong heel dicht tegen hun gehemelte aanbrengen, dan krijg je van die kokhalsneigingen. Je stapt zelf een stukje naar achteren. Het is gelukkig nog nooit gebeurd dat iemand moest braken. 

Het is eigenlijk heel simpel werkt, maar het breekt wel lekker de week als je weer kan werken. Je bent er gewoon een paar uur uit, en het is gewoon wel leuk om weer met mensen te praten in real life.

 

Hoe is het om op de faculteit rond te lopen, waar je normaal les hebt?

Dat is wel heel anders, vooral in het begin. Het is helemaal omgebouwd om als testlocatie te functioneren. De ingang waar eerst alle tafels stonden is helemaal ontruimd. De wachtkamer is heel erg groot, omdat de mensen natuurlijk anderhalf meter van elkaar moeten zitten. De testkamers zelf zitten ook op een plek waar ik eerst niet kwam, puur omdat je daar nooit collegeles hebt. Ze zitten rechts van 3219.0061. Het heeft echter wel heel snel gewend om hier zo te werken. 

 

Heb je een bepaalde training gevolgd om de swabs of te nemen?

Half maart heb ik een training gevolgd. Dit was in het Skills Lab. In zo’n twee uur leerden we in welke volgorde je alles moest doen. Het virus is natuurlijk niet zichtbaar, en daarom is het heel belangrijk om alles in een bepaalde volgorde te doen zodat je geen dingen besmet. 

 

Wat voor mensen komen er op de poli?

Gelijk bij de ingang worden mensen opgedeeld in twee groepen. De ene groep bestaat uit mensen die zijn ingestuurd door de GGD en het Martini Ziekenhuis, en de andere stroming is van het UMCG. De monsters moeten ook naar andere testlocaties. De mensen van het UMCG gaan ook naar een ruimte waar de testers ervaring hebben het met EPD. De test is verder precies hetzelfde. 

 

Zijn dat al mensen met luchtwegklachten?

In het begin was het vooral heel druk aan de UMCG- kant. Heel veel medewerkers moesten worden getest. Je zag ook veel mensen die helemaal geen klachten hadden, maar bijvoorbeeld in een risicogebied waren geweest. Dat waren veel artsen, en dan kan je gewoon geen corona hebben als je patiëntencontact hebt. Nu is het een stuk rustiger aan die kant. Soms zijn er maar twee mensen in de hele ochtend. Aan de GGD/Martini- kant is het veel drukker, en daar zijn de mensen ook duidelijk zieker. Die zijn eerst naar de huisarts of hun werkgever gegaan met de vraag: ‘Kkan ik zo wel werken?’. Dan worden ze naar ons doorgestuurd.

 

Je zit nu in het laatste semester van de bachelor. Is dit werk te combineren met je studie?

Dit gaat goed. Mijn werkdagen zijn maar halve dagen, en dat overlapt soms wel met afspraken. Daar is wel omheen te plannen, omdat eigenlijk iedereen vrij is. Veel andere bijbanen liggen gewoon stil. Die paar dagdelen per week vormen geen probleem. In het begin zat er veel tijd in het up-to-date houden van kennis, elke dag veranderde het hele protocol. Dan kwamen ze erachter dat het toch niet werkte, of te moeilijk was, of dat het toch makkelijker is om eerst je masker af te doen en dan je bril. Dat is natuurlijk erg belangrijk. Nu ben je alleen de uren kwijt dat je daadwerkelijk daar bent. 

 

Zijn er patiënten die ook hun hart uit storten, bijvoorbeeld met de angst dat ze het hebben?

Nee, totaal niet. Mensen zien het echt als iets van: dit moet even gebeuren en dan kan ik weer naar huis. Het is een klusje, ook omdat het zo kort is. Er zijn wel mensen die denken dat we gaan bloedprikken. Zij verwachten er dan langer te zitten. De mensen worden dus ook niet echt voorbereid. Vaak hoor je wel van mensen dat ze door collega’s al zijn ingelicht over wat er gaat gebeuren. Je moet de mensen er een beetje doorheen leiden. Het is werk dat heel erg herhaalt, met soms een iets meer afwijkende patiënt, en dat maakt het ook leuk. We hebben een keer een kind gehad, en iemand wiens bezoek gecombineerd werd met een oogheelkundig onderzoek. Het leek ze beter om dat dan bij ons te doen. We hebben laatst wel een groep ambulanceverpleegkundigen gehad, en je merkt dat die wat lakser zijn met de anderhalf meter. Dat is gewoon omdat ze met elkaar in de auto zitten. We verzoeken dan wel of ze toch uit elkaar willen gaan zitten, en dat doen ze dan ook wel, ook als voorbeeld voor de andere mensen.

 

Voel jij een bepaalde ‘drive’ om te helpen in deze crisis?

Ja, zeker. Ik weet niet precies wat het is, misschien speelt het ook mee dat ik anders niet zo heel veel te doen had. Ik wilde gewoon helpen, daarom had ik me ook aangemeld. Ik vond het belangrijk om de druk van andere zorgmedewerkers verlichten, mensen met zwaardere taken. Het voelt goed om op een bepaalde manier te helpen, ook al is die zo klein als mijn functie.

 

Ben je zelf bang om corona te krijgen of te verspreiden?

Ik ben niet bang om het te verspreiden, omdat ik verder niemand zie. Ik ga alleen naar de supermarkt en ontmoet verder niemand. Ik ben misschien wel bang om het krijgen, maar ik heb liever dat ik het krijg dan iemand die veel ouder of kwetsbaarder is. De kans op complicaties in onze leeftijdsgroep is gewoon heel erg laag, dus ik ben niet bang om ziek te worden.