Is dit het? Wanneer geneeskunde tegenvalt (deel I)

Auteur: Gepubliceerd op: 
Reportage

Weet je het nog? De uitslag van de decentrale selectie is binnen. Jij kiest voor geneeskunde en geneeskunde kiest voor jou. De verwachtingen zijn wederzijds hoog: jij maakt je op voor de beste zes jaar van je leven gevolgd door een carrière waar je al jaren van droomt, en de studie zal met haar stapels boeken en pittige stages veel van je vragen. Wat als het tegenvalt?

Ik sprak vijf studenten die door de studie aan het twijfelen gebracht werden. In deze editie lees je de verhalen van de eerste drie.

 

Pien van Heijst

Gestopt in M1 (KTC blok 4)

Studeert nu Management, Policy Analysis and Entrepreneurship in Health & Life Sciences (VU, Amsterdam), jaar 2

“Ik werd er gewoon niet gelukkig van.”

Ik begon met twijfelen vanaf week een1 van mijn coschappen. Ik heb heel veel getwijfeld. Uiteindelijk wist ik niet eens meer waar ik aan twijfelde. Ik dacht eerst dat het aan het specialisme lag, dus heb ik meerdere coschappen gelopen. Het was soms wel oké, maar de basis van patiënten helpen, was gewoon niet wat ik mezelf later zag doen. Natuurlijk had ik af en toe ook een leuk gesprek, maar toch gaf het niet zoveel voldoening als bij anderen. Wat ook niet meehielp waren de werktijden en werkdruk van artsen in het ziekenhuis.

Ik heb heel veel gepraat met vriendinnen en familie, in mijn coachgroepje en uiteindelijk ook met de studiekeuzecoach. Toen besloot ik eigenlijk al voor het eerste gesprek om te stoppen. Het voelde toen wel raar, maar ook alsof er een last van mijn schouders afviel. De coach hielp me andere masters te bekijken, ik vond het wel fijn om daar wat begeleiding in te hebben.

Bij mijn huidige studie heb je de keuze uit verschillende richtingen. Ik heb bijvoorbeeld vakken over strategieën voor het behandelen van infectieziekten, of waarbij je een probleem in een ziekenhuis moet uitzoeken en advies moet geven. Het is heel breed en gaat nog steeds over de zorg, alleen dan meer de organisatie ervan. Toch mis ik soms de ziektes en het nadenken over mogelijke diagnoses. Eigenlijk vooral dat de master geneeskunde heel praktisch is. Ook mis ik soms de verhalen over patiënten. Gelukkig hoor ik die nog altijd van vriendinnen! Maar spijt heb ik echt nog nooit gehad.

Mijn advies: praat erover met mensen, heel veel. Wees ook niet bang voor reacties van mensen, want iedereen reageerde bij mij heel aardig. En als je stopt krijg je er meer slaap en vrije tijd voor terug...

 

Jasper van der Aa

Studeert M1 geneeskunde, daarvoor sociologie (Universiteit van Tilburg), fysiotherapie (Avans Hogeschool, Breda) en de premaster geneeskunde

“Ik tel de dagen, uren en minuten van mijn coschappen af.”

Na ongeveer 1,5 jaar mijn eigen fysiotherapiepraktijk te hebben gehad, heb ik de zaak opgedoekt. Voor mijn gevoel kon ik klanten zelden écht helpen. Met geneeskunde hoop ik een zinvollere bijdrage aan de gezondheid van mensen te kunnen leveren.

Maar de coschappen, daar heb ik grote moeite mee. Ik vind de stages, zoals ze nu zijn ingericht, een zeer inefficiënte manier van leren. Het iedere keer maar weer op een nieuwe afdeling beginnen is erg vermoeiend, het altijd en over alles enthousiast moeten zijn behoorlijk slopend en het feit dat veel artsen je liever kwijt dan rijk zijn erg demotiverend.

Regelmatig loop ik daarom met lood in de schoenen naar het UMCG, ik word er doodongelukkig van en voel me totaal niet op mijn gemak in die vermaledijde witte jas. Het lijkt er soms wel eens op alsof ik de enige ben die moeite heeft met stagelopen. Van medestudenten hoor ik zelden iets negatiefs. Sterker nog: alles aan de coschappen is niet gewoon leuk, maar SUPERLEUK. Dat maakt dat ik mij vaak een vreemde eend in de bijt heb gevoeld. Naarmate ik meer studenten hierover spreek en hen beter leer kennen, blijkt overigens dat ook anderen wel degelijk zo nu en dan worstelen met de coschappen, ieder op zijn of haar eigen manier.

Verder krijg ik vaak van mensen te horen: “Maar je stage wordt later wel je werk, hè!” Hier ben ik het echter totaal niet mee eens. Coschappen lopen is naar mijn mening in vrijwel niets te vergelijken met het werken als dokter. Stagelopen vind ik verschrikkelijk, maar het uiteindelijke werk lijkt me nog altijd mooi om te doen. En de enige manier om dat werkgeluk te bereiken is door nu door te zetten en door de zure (cosch)appel heen te bijten.

Mijn advies: als je inmiddels hebt ontdekt dat je passie toch echt elders ligt, volg dan vooral je hart. Zo niet: geef er niet te snel de brui aan! Pas als je ervan overtuigd bent dat het beroep je geen werkplezier zal gaan brengen en de weg ernaartoe je ongelukkig maakt, zou ik op zoek gaan naar iets anders.

 

Mark Folkertsma

Gestopt na de bachelor

Studeert nu scheikunde (RuG), jaar 3

“Ik miste de medische wereld stiekem toch wel een beetje.”

Toen ik van de middelbare school kwam, twijfelde ik tussen scheikunde en geneeskunde. Dat ik de decentrale selectie haalde, zag ik dat als een teken om voor geneeskunde te kiezen. In de eerste paar maanden heb ik nog veel getwijfeld, maar na ongeveer een half jaar had ik mijn draai wel gevonden.

Maar ik merkte dat de studie steeds praktischer werd terwijl ik meer geïnteresseerd was in diepgang. Ik miste de bètavakken zoals wiskunde en scheikunde en wilde de formules in de boeken daadwerkelijk kunnen begrijpen. Vooral de structuurformules van medicijnen vond ik erg intrigerend. Toen het einde van de bachelor naderde, hield ik me steeds meer bezig met welk specialisme ik interessant zou vinden en of ik mezelf überhaupt wel als arts zag. Ik besloot boeken te lezen over carrièrekeuzes en kwam uiteindelijk tot de conclusie dat ik scheikunde een kans wilde geven.

Ondertussen ben ik klaar met mijn scheikundebachelor. In de toekomst lijkt het me interessant om nieuwe medicijnen te ontwikkelen; vorig jaar heb ik een minor farmacie gevolgd omdat ik de medische wereld stiekem toch een beetje miste. Vooral de groepsopdrachten en het vele samenwerken vond ik erg leuk aan geneeskunde. Geneeskundestudenten zijn over het algemeen extrovert en ontzettend sociaal. Dat is overigens ook nodig om geneeskunde goed door te kunnen komen; bij scheikunde heb je deze selectiedruk minder.

Mijn advies: als je het gevoel hebt dat je te veel je tekortkomingen aan het verbeteren bent - in plaats van je sterke kanten aan het ontwikkelen - dan is dat een belangrijk signaal om te overwegen om te stoppen. Maar ik zou adviseren om die beslissing niet te impulsief te nemen.

 

Zie voor meer verhalen deel II in de decembereditie.